‘Mijn kijk op de aarde is enorm veranderd toen ik voor het eerst in de ruimte was,’ vertelt astronaut Charles Frank Bolden Jr. Vanuit de Space Shuttle op ruim 600 kilometer boven de aarde leek alles vredig en mooi. Maar achteraf herinnerde Bolden zich dat hij over het Midden-Oosten vloog en ‘met beide benen weer op de grond landde’ toen hij dacht aan de doorlopende conflicten die daar aan de gang waren. Tijdens een interview met filmproducer Jared Leto sprak Bolden erover als een moment waarop hij de aarde zag en besefte hoe die zou moeten zijn, waarna hij de uitdaging ervoer om zijn uiterste best te doen om de aarde beter te maken.
Ik zag laatst een tv-reclame waarin iemand de deur opendoet als er aangebeld wordt, en hij een cheque voor een gigantisch geldbedrag in handen krijgt. Even is de ontvanger stil van verbazing, en dan begint hij op en neer te springen, te dansen en iedereen in zijn omgeving te omhelzen, terwijl hij roept: ‘Ik heb gewonnen! Ik ben rijk! Ik kan het niet geloven! Al mijn problemen zijn opgelost!’ Onverwachte rijkdom kan een heftige emotionele reactie veroorzaken.
Hebt u wel eens een e-mail verstuurd, waarna u plotseling besefte dat u hem naar de verkeerde persoon gezonden had, of dat hij onnodig kwetsende dingen bevatte? Was er maar een knop waarmee je hem kon terughalen. Tegenwoordig is die er trouwens: de unsend-knop. Verschillende bedrijven bieden de mogelijkheid dat het even duurt voordat een e-mail je computer verlaat, en tot dat zover is kun je hem terughalen. Maar daarna is hij weg en lijkt hij op een gesproken woord dat nooit meer terug te draaien is. Zo’n ‘terughaalknop’ is dan ook niet echt een oplossing. Veel belangrijker is het om goed te letten op wat je zegt en schrijft.
In het American football-stadion van de Texas A&M universiteit hangt een groot bord waarop staat Home of the 12th man: ‘thuisbasis van de twaalfde man’. Per team staan er elf spelers op het veld, en de ‘twaalfde man’ bestaat uit de duizenden studenten die de hele wedstrijd door op de tribunes staan om hun ploeg aan te moedigen. Deze traditie gaat terug op een gebeurtenis in 1922, toen de coach een student die toekeek vroeg om zich om te kleden en klaar te staan om een gewonde speler te vervangen. Hoewel hij toen uiteindelijk het veld niet op hoefde, betekende het feit dat hij aan de zijlijn klaarstond een grote bemoediging voor het team.
In een boek over geestelijk leiderschap benadrukt de Nieuw-Zeelandse zendingsman J. Oswald Sanders de in zijn ogen belangrijke eigenschappen van tact en diplomatie. ‘In de combinatie van die twee woorden,’ schrijft Sanders, ‘komt de gedachte naar voren van de vaardigheid om tegengestelde gezichtspunten met elkaar te verzoenen zonder de partijen voor het hoofd te stoten en zonder de principiële uitgangspunten af te zwakken.’
In het in memoriam voor Alan Nanninga, een man bij ons uit de stad, werd de overledene omschreven als ‘bovenal een toegewijd getuige van Christus’. Na een beschrijving van zijn gezinsleven en carrière, ging het artikel in op de periode van bijna tien jaar waarin zijn gezondheid achteruit ging. ‘Zijn vele verblijven in het ziekenhuis [. . .] leverden hem de eretitel “de biddende patiënt” op, omdat hij altijd voor zijn mede-patiënten bad. Hij was zo iemand die ook als hij het zelf zwaar had het toch op kon brengen om voor de mensen in nood om hem heen te bidden.’
In veel culturen is het een geaccepteerd gebruik om op persoonlijk verdriet of een grote nationale ramp te reageren met luid geween, gejammer en het scheuren van kleren. Ook voor het oudtestamentische volk van Israël was een soortgelijke uitwendige uitdrukking van diepe rouw en berouw gebruikelijk, als het erover treurde dat het zich van de Heer had afgewend.
In 1856 stichtte de grote prediker uit Londen Charles Spurgeon een predikantenopleiding genaamd Pastor’s College. In 1923 werd de naam veranderd in Spurgeon’s College. In het wapen van de school staat een hand die een kruis en de Latijnse woorden Et Teneo, Et Teneor vasthoudt. Die spreuk betekent ‘ik houd vast en wordt vastgehouden’. In zijn autobiografie schreef Spurgeon: ‘Dat is het motto van onze school. We [. . .] houden het kruis van Christus dapper omhoog [. . .] want het kruis met zijn aantrekkende kracht houdt ons stevig vast. Het is ons verlangen dat iedere mens zowel de Waarheid zal vasthouden, als erdoor vastgehouden zal worden; in het bijzonder de waarheid van de gekruisigde Christus.’
Mijn vriend Bob Horner noemt Jezus wel eens ‘de meester-reminder’. En dat hebben we wel nodig ook. Hoe vaak twijfelen we niet, of zijn we vergeetachtig. Hoe vaak Jezus, toen Hij hier op aarde rondliep, ook in de behoeften van de mensen voorzag, zijn eerste discipelen vreesden dat ze toch op de een of andere manier behoeftig zouden achterblijven. Ook na alle wonderen waarvan ze getuige geweest waren begrepen ze nog niet goed wat de diepere betekenis was van wat Jezus wilde dat ze zouden onthouden.
Wanneer we voor een ingewikkelde situatie of een lastig probleem staan, vragen we vaak aan onze broers en zussen in Christus om voor ons bidden. Het kan enorm bemoedigend zijn om te weten dat er anderen zijn die om ons geven en ons in gebed bij God brengen. Maar wat doe je als je geen goede vrienden hebt die gelovig zijn? Of als je ergens leeft waar veel verzet tegen het evangelie van Jezus is? Wie zal er dan voor je bidden?
Een paar dagen na het overlijden van zijn vader ontving de toen dertigjarige C.S. Lewis een brief van een vrouw die meer dan twintig jaar eerder voor zijn moeder gezorgd had toen ze ziek was en op sterven lag. De vrouw uitte haar medeleven voor zijn verlies en vroeg zich af of hij nog wist wie ze was. ‘Mijn beste verpleegster Davison,’ schreef Lewis in zijn antwoord aan haar. ‘Of ik nog weet wie u bent? Wis en waarachtig wel.’
In heel 2016 zijn theatergezelschappen in Groot-Brittannië en over de hele wereld al bezig met speciale producties om het vierhonderdste sterfjaar van William Shakespeare te gedenken. Massa’s mensen zijn op concerten, lezingen en festivals afgekomen ter ere van de man die algemeen als de grootste Engelstalige toneelschrijver wordt gezien. Zijn werk is van blijvende waarde. Een tijdgenoot van Shakespeare, Ben Johnson schreef al over hem: ‘Hij hoorde niet bij een bepaalde tijd, maar is van alle tijden.’